Disclaimer

De bijdragen aan het maatschappelijke debat, zoals op dit blog gepubliceerd, zijn bedoeld als ondersteuning van het recht op vrije meningsuiting. Mocht u desondanks in uw eer of goede naam aangetast worden, of nog erger dat u door deze teksten gekwetst wordt, lees dan eerst even de bijgaande disclaimer.

Friday, May 28, 2010

Gaza, een jaar later

Gaza, een jaar later PDF Afdrukken E-mail
Joes Meens    
26 Mei 2010

Op 13 februari 2010, na een totaal onverwachte toestemming van Israel om de Gazastrook in te mogen, zijn we met een ploeg van vier Kifaia-mannen afgereisd om te gaan kijken hoe het er voor stond, in Gaza in het algemeen en natuurlijk in het bijzonder bij het National Centre fort Community Rehabilitation (NCCR), onze partnerorganisatie. Naast ondergetekende waren mee Deny de Jong, Jan Andreae en Theo Andreae. Voor het eerst sinds tijden was ons aller Anja Meulenbelt er niet bij, om privéredenen moest ze afzeggen.

Omdat we pas zo laat (eind januari) wisten dat we toestemming hadden, was het erg moeilijk om alle persoonlijke agenda’s gematcht te krijgen en konden we uiteindelijk maar vier dagen gaan, waarvan twee reisdagen. Het was dus zaak om efficiënt te plannen en goed voor te bereiden. Allemaal hadden we een volle lijst van af te handelen punten.

Het team
Jan Andreae was vooral geïnteresseerd in het functioneren van de teams het afgelopen jaar, Deny de Jong, inmiddels ook door het NCCR ingelijfd als organisatie-adviseur, wilde alles over de organisatiestructuur en de financiën weten (en dat is iedere keer weer anders…). Theo Andreae ging als ‘rookie’ mee, om te kijken of hij in de toekomst wil en kan aansluiten bij het bestuur van Kifaia, en dan is een ‘personal experience’ de allerbeste lakmoesproef! En ondergetekende was natuurlijk vooral geïnteresseerd in het wel en wee van de thuiszorgteams, zowel vanuit het perspectief van de medewerkers als vanuit dat van de cliënten/patiënten.

De reis
We vertrokken, zoals gebruikelijk, rond acht uur ‘s morgens van Schiphol, om via Zürich uiteindelijk om drie uur ‘s middags op Ben Gurion (Tel Aviv) te landen. Omdat de grens pas op zondag opengaat, hebben we noodgedwongen een nacht in Tel Aviv in een hotelletje gebivakkeerd. Op zondag was het om kwart over acht ‘s morgens al een behoorlijke drukte aan de grens. Om kwart over tien zaten we aan de koffie op het kantoor van de NCCR. Na een kwartiertje begroeten van alle collega’s en vrienden en een rappe koffie op het kantoor van het NCCR zijn we meteen aan de slag gegaan.

De werkzaamheden
Deny heeft het managementteam tot op het bot doorgezaagd over de organisatie. inmiddels zijn er weer een aantal wijzigingen vergeleken bij vorig jaar, deels door ziekte, deels door interne overplaatsingen. Maar het was opvallend hoe goed de plekken opgevuld waren met enthousiaste en kundige medewerkers. Zo heeft Reem, voormalig administratief medewerkster, zich enorm ontwikkeld en beheert zij nu op interim basis de financiële afdeling. Vervolgens heeft Deny de financiële situatie van het bedrijf doorgelicht, zowel de jaarrekening 2009 (die nagenoeg sluitend was) en de begroting 2010. Er gaat ruim zeven ton (US$) om in de organisatie. Inmiddels is voor ruim 50 % daarvan een dekking. Dat was even schrikken, maar bij dóórvragen blijkt dat de salarissen en de lopende kosten in ieder geval gedekt zijn. Groot probleem is dat NCCR heel veel geld besteedt aan het verstrekken van medicijnen, verbandmiddelen, incontinentiematerialen  en hulpmaterialen zoals krukken, rolstoelen, looprekken, antidoorligmatrassen etc..  Al deze voorzieningen zijn erg duur, duurder dan in Nederland. Conclusie: de bedrijfsvoering is in ieder geval gedekt, de thuiszorg is in ieder geval gewaarborgd. Als er niet méér geld binnenkomt zal de verstrekking van materialen wel in gevaar komen. Jammer maar helaas…. Want  de gemiddelde gehandicapte Palestijn heeft geen eigen middelen van bestaan.

Hamas
Opvallend is dat de invloed van Hamas zich nu toch veel duidelijker dan een jaar geleden doet gelden. De vrouwen op straat zijn zwaarder gesluierd en de sfeer op straat is veel minder open. Ook is het bijvoorbeeld verboden om alcohol mee de Gazastrook in te nemen. Bij binnenkomst in Gaza wordt je paspoort gecontroleerd, maar ook je bagage. En er hangt een groot bord in het kantoor dat alcoholhoudende dranken ‘voor de ogen van de eigenaar uit de fles gelaten zal worden en vernietigd zal worden’. We hadden  weer een halve vrachtwagen  aan medicijnen en verbandmiddelen bij ons, die zijn gelukkig ongemoeid gelaten. Ook NCCR ondervindt de nodige problemen van Hamas. Zoals bekend blijft NCCR strikt neutraal en wil het zich aan geen enkele politieke of religieuze organisatie binden. Ook in de aangeboden diensten is NCCR neutraal: alle gehandicapten die zich melden zijn welkom. Iedereen krijgt dezelfde behandeling, ongeacht rang of stand, geslacht, leeftijd, politieke voorkeur of geloof. Een dat is Hamas een doorn in het oog. Geen enkele poging wordt nagelaten om het NCCR te betrappen op een foutje. Regelmatig zijn er invallen waarbij de administratie (weer) wordt doorgelicht, maar tot nu toe (al meer dan twee jaar) is dat gelukkig tevergeefs. Wat wel uitermate irritant, onrechtvaardig en niet te accepteren is, is dat Hamas de auto’s van NCCR gevorderd heeft, inclusief de door Kinderpostzegels gedoneerde Volkswagen Bus! Daardoor is men nu voor het afleggen van huisbezoeken aangewezen op het huren van taxi’s met chauffeur, wat natuurlijk weer een extra kostenpost is.

Gastvrije bedrijvigheid
Op zaterdagmiddag hebben we, om zelf wat indrukken op te doen en om Theo nader kennis te laten maken met Gaza, per auto een tocht van Gaza stad naar Rafah (in het zuiden, bij de grens met Egypte) gemaakt. Opvallende zaken: de enorme bedrijvigheid die je ziet langs de straten, bij de huizen. Er zijn weer veel groententuinen ingezaaid en kassen opgericht, er zijn veel bouwactiviteiten, waarbij oud puin gerecycled wordt tot nieuw bouwmateriaal. Met man en macht wordt getracht de dagelijkse economie weer op poten te krijgen want het is duidelijk dat men vanuit het buitenland of vanuit Israel helemaal niets hoeft te verwachten. Weer opnieuw was het zeer indrukwekkend om te ervaren hoe veerkrachtig dit volk is. En men blijft vriendelijk, zeer gastvrij en iedereen  is als altijd geïnteresseerd in hoe het met ons gaat.

De tunnels
We hebben kennis gemaakt met een tot dan toe voor ons onbekend aspect van de maatschappij: de tunneleconomie. In de wijken waar we vier jaar geleden ronddoolden tussen de enorme puinhopen na de bombardementen door Israel is nu een grote egale vlakte met tientallen grote plastic tenten. In iedere tent een put met een diameter van 1.5 meter, op een diepte van 20-30 meter, overgaand in een tunnel richting Egypte. We konden zonder enig probleem een aantal van die tunnelingangen bezoeken, men was/is er trots op. En alles wat maar enigszins door zo’n tunnel kan, komt ook binnen. Voedsel, brandstof, kleding, sigaretten, stroomaggregaten, koelkasten, flat screen TV’s, hele motorfietsen. Ja, zelfs bruiden, geiten en ezels worden getransporteerd! Even verderop bezochten we een markt van tunnelgoederen. Complete wit- en bruingoedzaken! En het is opvallend hoe Rafah zich heeft ontwikkeld. Tien jaar geleden een klein, vies, stoffig stadje met enorme armoede, nu een bruisend handelscentrum waar ongeveer alles te koop is. Opvallend is de grote hoeveelheid (Chinese en Egyptische) motorfietsen dat nu rondrijdt in Gaza, al dan niet voorzien van een bak. Wat wel zorgelijk is, is dat de home care teams er weer een nieuwe doelgroep bijhebben: na Intifadah-slachtoffers, gewonden van bombardementen en slachtoffers van intern geweld zijn er nu veel verkeersslachtoffers van motor ongevallen, want helmen worden nauwelijks geïmporteerd, helaas.

Tunnelongeluk
Op de terugweg hebben we een huisbezoek afgelegd bij een 23-jarige jongeman, die ruim 1 ½ jaar geleden in een tunnel was gevallen en een dwarslaesie heeft opgelopen. Gevolg: verlamd vanaf zijn navel, incontinent, vatbaar voor doorligwonden. Kortom, het bekende verhaal. Hij woont samen met zijn familie op de tweede etage van een overigens goed verzorgd en ingericht appartement. Hij spreekt heel goed Engels, hij was student op de Universiteit, maar zijn ouders vonden het belangrijker dat hij geld ging verdienen in plaats van studeren. De ingehouden woede en frustratie druipen er van af. Ook hier weer aan mij de ‘eer’ om als buitenlandse arts helder te maken dat er helemaal geen enkele arts op de hele wereld is die deze ellende kan opheffen door een operatie of iets dergelijks. Ook hij is vergiftigd door de valse praatjes en plaatjes van allerlei kunst- en hulpmiddelen van Internet die zoveel beloven. Zo wil hij naar China, want daar…. Jan  en ik doen een poging hem uit te leggen dat het zinvoller is om te kijken naar wat hij nog wel kan in plaats van wat hij niet meer kan, hoe veel hij aan de maatschappij kan bijdragen met zijn Engelse vaardigheden, bijvoorbeeld als leraar. Het komt allemaal nauwelijks aan.  Hij schaamt zich om naar buiten te gaan, hij schaamt zich voor zijn verlamming en voor mogelijke geurtjes. Hier is nog het nodige werk voor de psycholoog te verrichten. Er is wel een goed contact met c.q. vertrouwen in het NCCR, met name  met de fysiotherapeut.

Even bijkomen
’s Avonds op de flat achter de borrel (toch weer wel gelukt…) verzucht Theo dat hij zo wel even genoeg heeft meegemaakt. Arme Theo, voor ervaren Gaza cracks als Jan, Deny en ik is dit allemaal bijna ‘business-as-usual’ maar voor een nieuweling is dit voortdurend aanhoudende bombardement op al je zintuigen en op je morele gestel, dat Gaza heet, wel heel heftig. Duidelijk dat we onder mannen zijn, Anja heeft daar meer feeling voor…

Op maandagochtend hebben we een korte vervolgsessie op het kantoor, waarbij Deny verder is gegaan met zijn financiële en organisatorische speurtocht. Om negen uur hebben we een bijeenkomst gepland met de Home Care Teams. Een zeer hartelijk, emotioneel weerzien, met collega’s en vrienden die weer ontzaglijk blij zijn dat we er weer zijn. Ze hadden wel gehoord dat we zouden komen. Maar hoe vaak was deze aankondiging geëindigd  in een teleurstelling omdat de grens dicht bleef? We pakken de draad die we een jaar geleden (noodgedwongen) hebben neergelegd weer op alsof het gisteren was. Iedereen krijgt de gelegenheid te vertellen hoe het met hem/haar gaat, zowel privé, als over het werk, als over de algehele situatie in Gaza. Men is in het algemeen tevreden met de bereikte resultaten op het werk. Doordat er problemen ontstonden met het transport na de confisquatie van de auto’s door Hamas, heeft men de planning helemaal omgegooid en werkt een team nu  op drie  à vier adressen tegelijk, iedere professional individueel, en brengt de taxi de medewerkers naar het volgende adres. Door deze nieuwe ‘carrousel’ aanpak hebben ze veel nieuwe klanten aan kunnen nemen.

Wildgroei buitenlandse hulporganisaties
Eén van de grootste problemen die men heeft ervaren is de ‘tsunami’ aan buitenlandse hulporganisaties  die een jaar geleden, na de oorlog, Gaza heeft overstroomd. Die zonder veel coördinatie en zonder afstemming met Gazaanse organisaties allerlei noodhulp heeft gegeven, vaak van inferieure kwaliteit en die, na een half jaar weer is vertrokken, zonder nazorg. Het gevolg is dat NCCR er zeer veel nieuwe gevallen bij kreeg.  Waarbij door de vertrokken hulporganisatie kwalitatief onvoldoende zorg was verleend, waar geen materialen waren geleverd en waarbij noodzakelijke therapie (te) lang niet was gegeven. Vele schrijnende voorbeelden volgden. Maar gelukkig heeft men de zaak inmiddels aardig op orde en onder controle.

Conclusie: tien jaar investering loont!
We hebben uitgebreid stilgestaan bij hoe om te gaan met het voortdurend overvraagd worden met name op het vlak van geld, voedsel en hulpmaterialen (pampers, verbandmiddelen, medicijnen). Hoe moeilijk het is om vaak  ‘neen’ te moeten verkopen. Maar ook hoeveel men geleerd heeft om als team elkaar te ondersteunen bij dreigende uitputting. Langzaamaan wordt duidelijk wat het allerbelangrijkste is (naast het geld natuurlijk), wat wij als Kifaiateam te bieden hebben: gewoon onze aanwezigheid. Het feit dat men dan de tijd en gelegenheid heeft om te kunnen spuien, zowel collectief als individueel, dat er begrip is voor ieders noden, dat er mensen zijn die tegen alle stromen in gewoon blijven komen, dat  ze toch niet helemaal aan hun lot overgelaten worden. Natuurlijk hebben ze heel veel geleerd van de talloze trainingen die in tien jaar zijn gegeven, natuurlijk moet allerlei kennis weer opgefrist worden, maar het gewone menselijke contact is en blijft het belangrijkste. Ze vertellen trots over succescases, maar ook heel vrij over hopeloze gevallen. Het is duidelijk, ze kunnen het werk ook doen zonder ons; ze hebben een heel jaar moeten varen op eigen koers en dat hebben ze fantastisch gedaan. Nu wordt duidelijk dat tien jaar investeren in kennis, vaardigheden en vooral in elkaar goed leren kennen ongelofelijk vruchtbaar is geweest. We overladen hen met complimenten, door de een schuchter ontvangen, door de ander glunderend. Maar bovenal, voor het eerst durf ik ook bij mezelf te voelen hoe ongelooflijk trots ik ben op dit resultaat, dat we met zoveel mensen in zo’n lange periode, onder zulke vaak moeilijke omstandigheden hebben bereikt!!!! En wéér opnieuw wordt duidelijk:  het is nog niet af, onze samenwerking is nog niet ‘klaar’. We moeten blijven trainen, maar vooral, we moeten blijven komen, onze aanwezigheid is voor deze teams onmisbaar.

De terugreis
Inmiddels waren Jan en broer Theo afgereisd naar Erez, want Theo moest dinsdag weer werken en dus maandagavond terugvliegen. Hem wachtte nog een speciale behandeling in Erez.   Toen ze net binnen waren, ging de grensovergang dicht om onbekende redenen. Een vertraging van een uur kan dan erg stresserend zijn…  En op Ben Gurion kreeg hij ook de ‘VIP’-behandeling die ons bijna iedere keer ten dele valt. Een persoonlijke lijfwacht die je letterlijk en figuurlijk de kleren van het lijf vraagt, die je koffer tot op de diepste naad uitspit als ware het de reistas van Bin Laden en die je begeleidt tot ongeveer onderaan de vliegtuigtrap. Voor ons als ervaren rotten nog steeds een behoorlijke vernedering, maar voor Theo, die in zijn eentje moest reizen eigenlijk wel iets te veel.

Op maandag namiddag zijn Deny en ik ook weer teruggekeerd naar ‘de beschaafde wereld’, maar niet nadat ik in Erez weer een speciale behandeling moest ondergaan. Waarom ìk iedere keer? Enfin, nadat ik mijn bewaker, tijdens de gebruikelijke partij ‘strippen-for-safety’ van een inmiddels al totaal gebodyscand lijf, gratis de binnenkant van mijn billen had laten zien (‘But that is not necessary, sir’; ‘Okay, then you get it for free…’) kon ik me weer ergeren aan het feit dat ze mijn laptop en PDA op de grond lieten vallen. Hoezo, ‘Sorry seems te be the hardest word’?

Daarna naar Tel Aviv, om daar op jacht te gaan naar een cadeautje voor het thuisfront. En op dinsdag weer op tijd op, terug naar Nederland, naar Verhagen met zijn mensenrechtenbeleid, naar het verpleeghuis met zijn beperkte budget. Wat zit de wereld toch raar in elkaar.

Maar ik wil wel weer gauw terug!

Joes Meens,

Bestuurslid Stichting Kifaia
Coördinator trainingen

No comments: